Van de week geconfronteerd met hoe christenen telkens weer anderen opleggen hoe zij zouden moeten leven. natuurlijk is het goed om acht te geven op elkaar en elkaar ook te confronteren met zaken vanuit een oprecht meeleven met de ander. veelal echter zijn we geneigd om van ons af te kijken en de ander te bekritiseren ,zonder dat we het soms zelf in de gaten hebben overigens, en daarmee lijken we te willen zeggen dat wij zouden weten hoe de ander zich zou moeten gedragen. Wat anderen zouden moeten doen in bepaalde situaties.
Ik doe het wel aardig.
Wat anderen betreft weten we het vaak aardig te brengen. Het lijkt soms of wij ons eigen leven goed op de rit hebben. het oog ziet gemakkelijk van zich af en we zien daarmee onze eigen valkuilen, onze eigen blinde vlek niet meer. misschien is het ook gewoon een manier om onszelf beter voor te doen dan we uiteindelijk zijn. immers wiens eigen paadje is, zeg maar, helemaal schoon?
Wellicht is het zelfs enigszins manipulatief gedrag te noemen. Een soort van gedrag dat anderen afleidt om naar jou te kijken. Immers als anderen hun ogen richten op andere mensen kijken ze niet naar jou en is er geen gevaar voor afwijzing.
Bang voor afwijzing
Is het niet zo dat de meeste mensen bang zijn om afgewezen te worden? wanneer we zeker weten dat we goed in iets zijn, zijn we dan ook graag van de partij om de nadruk te leggen op ons eigen kunnen. Op onze goede kwaliteiten, op dat waar we goed in zijn.
wanneer we ergens niet zo goed in zijn wijzen we liever naar anderen die schijnbaar nog net iets slechter zijn in dat waar wij ook niet zo goed in zijn of dat waar wij juist wel goed in zijn, maar om er zo goed mogelijk bij af te steken.
Echte mensen
Wat is het goed om zo nu en dan met mensen in contact te komen die net als jij het een en ander hebben meegemaakt in het leven. die open durven zijn over hun falen op bepaalde gebieden in hun leven en die niet proberen om zichzelf daarin schoon te praten, die niet zich willen verdedigen, misschien omdat ze het niet kunnen, maar ook omdat ze er soms schijnbaar moe van zijn.
Daar waar mensen zich openen komt werkelijk iets op gang waar je klein van wordt, waar je open gaat staan voor dat wat door velen afgekeurd wordt , maar omdat je iets meer ziet van de persoon en herkenning hebt met deze mensen zie je ook hoe je zelf vaak dat verlangen hebt gehad naar erkenning.
Erkenning vinden in de ander
In wezen willen we graag een stuk erkenning vinden in wat anderen van ons vinden. Eigenlijk zijn we altijd maar bezig hoe de ander over ons denkt. De hel maatschappij is er op gebouwd. We moeten er goed uitzien. We moeten een bepaald soort van gedrag hebben , een bepaalde opleiding , bepaald niveau, met bepaald soort mensen omgaan … in ieder geval wil je ergens bij horen.
Natuurlijk is het fijn ergens bij te horen, maar wanneer ons hele leven, ons wezen nergens anders op gebouwd is dan op het profileren van onszelf , wie zijn we dan nog?
De wachtende Vader
Ik las laatst het verhaal van de verloren zoon nav het boek van Henk Rothuizen, wie ben ik? Henk zegt in een gedeelte van zijn boek , het gaat niet zozeer over de verloren zoon , maar veel meer over de wachtende vader.
De Vader wacht terwijl de zoon er op uit gaat en zijn erfenis er doorheen jaagt en het slecht heeft en tot het besluit komt dat het beter is om als dienstknecht terug te keren naar het huis van zijn vader. Zijn Vader echter doet hem opnieuw een ring om zijn vinger, geeft een feest en is blij want Zijn zoon is terug.
Vastzitten in ons denken
Zijn zoon is terug! Vader ziet hem niet als knecht, maar nog altijd als Zijn zoon. Wat kunnen we echter vastzitten in ons denken. In schuldgevoelens over eerder gemaakte keuzes of dingen die we meegemaakt hebben dat we wel terugkeren naar de vader, maar niet werkelijk dat zoonschap van Vader accepteren.
We keren terug naar de Vader, maar eigenlijk houden we vast aan de gedachte van een dienstknecht van Hem te zijn. Vader ziet ons als zijn kind, maar wij gedragen ons nog altijd als zijn knecht omdat we denken dat dat onze plaats is. omdat we dat schijnbaar verdienen. We doen ons wel beter voor. We proberen te werken wat we kunnen , we zijn Zijn zoon, maar echt accepteren is lastig geworden. we zijn immers zo enorm fout geweest.
Knecht zijn of zoonschap?
Vader heeft ons echter lief en we mogen ons Zijn kind noemen, Zijn zoon of dochter. We mogen weten dat we geliefd zijn en dat vader ons ziet als dat wat we zijn. zijn eigen vlees en bloed.
Wij mogen ons nog altijd met hem identificeren, zoals Hij dat ook met ons doet. Hij is trots op ons zoals we zijn. hij kijkt naar ons met een glimlach. Hij kijkt naar ons uit met alle liefde, soms door tranen heen en houdt van ons als niemand anders.
Hij probeert niet ons iets op te leggen. Hij weet echter wel wat goed voor ons is. hij geeft ons aanwijzingen, maar we mogen onze eigen weg gaan. zelf keuzes maken en confronteert ons met de gevolgen. Hij stuurt ons echter nooit weg en probeert juist te laten zien dat er niets is wat wij kunnen doen of laten wat maakt dat Hij meer of minder van ons gaat houden.
We hoeven dus niet proberen ons beter voor te doen dan we zijn. we hoeven ook niet anderen te beïnvloeden om ons te promoten . we hoeven onszelf niet opkrikken bij de Vader of anderen, Hij kent ons immers. Hij is geen vreemde en wil dat we onszelf zijn. dat we echt zijn.